Blogs
11 juli 2013 door Menno Oosterhoff
Dol op pillen!
Geestelijke gezondheidszorg (ggz) is nooit erg populair geweest en zal het wel nooit worden ook. Mensen komen op de televisie met hun hartchirurg, maar nooit met hun psychiater. Psychische aandoeningen zijn meer met schande en schaamte beladen dan (de meeste) lichamelijke aandoeningen.
Psychiatrie is bedreigend, want het houdt zich bezig met je innerlijke beleving en dat iemand zich daarmee bemoeit is toch iets anders dan dat iemand zich bemoeit met het functioneren van je nieren of je hart.
Schrikbeeld
We kennen allemaal het schrikbeeld van de tegenspartelende patiënt die tegen zijn zin opgenomen wordt, al roepend: 'Maar ik ben niet gek', terwijl de dokters dan zeggen: 'Ja, ja. Dat zeggen ze allemaal'. In werkelijkheid is het overgrote deel van psychische hulpverlening vrijwillig en wordt die door cliënten gewaardeerd.
Cliënten
Cliënten ja, want in de psychiatrie spreken we niet over patiënten. Dat woord wordt als een waardeoordeel beleefd. Bij mijn weten is dat in geen enkele andere sector van de gezondheidszorg het geval. Een patiënt is iemand die lijdt en dat zou geen schande moeten zijn. Een cliënt is iemand die voor zijn plezier iets koopt. Ik vind dat een onjuiste voorstelling geven van een vrijwillige keuze.
Vertrouwen
Iedereen heeft een mening over de psychiatrie. Ik geloof niet dat een ander specialisme binnen de gezondheidszorg zich zoveel moet laten aanleunen als de geestelijke gezondheidszorg. Ik denk bijvoorbeeld wel eens dat er veel kinderen rondlopen met zo’n pufjesapparaatje tegen astma. Maar ik doe daar geen uitspraken over. Het is mijn vak niet en ik neem aan dat (kinder)artsen en ouders kritisch genoeg zijn. Vertrouwen heet dat.
Aannames
Op een dergelijke terughoudendheid en vertrouwen mag de ggz vaak niet rekenen. Politici, beleidsmaker en anderen doen met gemak uitspraken over de ggz, die nergens anders op gebaseerd zijn dan indrukken, aannames en incidenten.
Als ik vertel, dat ik psychiater ben, krijg ik steevast te horen, dat het beter is met mensen te praten dan ze vol te stoppen met pillen. Als ik vertel dat ik kinderpsychiater ben dan zeggen mensen min of meer verontwaardigd: 'moeten kinderen al naar de psychiater?' Ik maak me sterk dat een kinderarts zoiets nooit te horen krijgt.
Halve zolen
Psychiaters worden in films en tv-series bijna altijd als halve zolen opgevoerd, onze diagnostiek heet ‘etiketten plakken’, onze medicamenteuze behandeling ‘volstoppen met pillen’, en onze zorg medicaliseren. En onze diagnoses verworden gemakkelijk tot scheldwoorden. Dwangneuroot, autist, schizofreen en narcist; het klinkt toch anders dan diabeet of maagpatiënt.
Tuchtrechter
Psychiaters worden meer dan welk ander specialisme voor de tuchtrechter gedaagd. Bij negentig procent is er overigens sprake van vrijspraak, maar dan zijn we vaak één of twee jaar verder. De impact die iets dergelijks heeft is fors. Ik ben er van overtuigd dat nergens in de gezondheidszorg zoveel agressie tegen hulpverleners voorkomt als in de psychiatrie.
Pillen
Over al dit soort dingen hoor je mij niet over klagen. Ook dat hoort bij ons vak. Soms is het wel een beetje zuur en ben ik jaloers op mijn collega’s in de somatische geneeskunde. Neem bijvoorbeeld onze medicatie. Psychiatrische medicatie is relatief gezien heel succesvol. De komst van de anti-psychotica heeft de kwaliteit van leven van mensen met een psychose enorm, echt enorm verbeterd. Iedereen die wel eens iemand met een ernstige depressie heeft zien opknappen op antidepressiva weet wat een zegen het is dat deze middelen er zijn. Echt een zegen! Maar toch worden psychofarmaca veel vaker dan andere geneesmiddelen aangeduid als ‘die troep’, ‘die rotpillen.’
Big Pharma
Ik durf haast niet te zeggen hoe geweldig ik het vind dat ze er zijn, want dan ben ik een vazal van ‘Big Pharma’. En binnen ‘Big Pharma’ -de farmaceutische industrie- werken alleen maar boeven. Geldgraaiers en pillenopdringers. Begrijp me goed. Er is veel ( terechte) kritiek mogelijk op de farmaceutische industrie, maar de discussie mist vaak elke nuance.
Kritiek
Er is ook terechte kritiek mogelijk op de geestelijke gezondheidszorg. Daar wil ik helemaal niet aan tornen. Maar er is ook veel onterechte kritiek. Daar heb ik last van, maar dat is het ergste niet. Dat hoort bij het vak en er zijn wel meer beroepen, die veel kritiek over zich heen krijgen. Politieagenten bijvoorbeeld of gezinsvoogden. En politici krijgen vast ook niet de waardering waar ze recht op hebben. Maar voor patiënten, sorry cliënten is het heel naar, dat ze steeds weer met het negatieve imago van de psychiatrie geconfronteerd worden.
Eigen bijdrage
Neem de eigen bijdrage die exclusief voor patiënten uit de ggz is ingevoerd. Dat suggereert toch dat het hebben van een psychische aandoening meer een vrijwillige keuze is dan het hebben van een lichamelijke aandoening.
Kwetsend
Het is kwetsend om altijd maar weer te moeten aanhoren hoe je beter om kunt gaan met je problemen. Die adviezen komen steevast van mensen die het geluk hebben niet zelf getroffen te zijn door psychische aandoeningen. ‘Ik heb ook wel eens een dipje’. ‘Die van mij zijn ook wel eens druk.’ ‘ Ik zet me er overheen als ik ergens tegen op zie’.’ Ik heb ook niet altijd zin’.
Het is kwetsend om te moeten lezen, dat de dwangstoornis die je leven ruïneert een verzinsel zou zijn van de farmaceutische industrie om haar pillen te kunnen slijten.
Het is kwetsend als je na lang wikken en wegen besloten hebt je kind Ritalin te geven om te horen dat we moeten ophouden kinderen zo makkelijk vol te stoppen met pillen.
Het is kwetsend als je met je doodsbange kind met een angststoornis hulp hebt gezocht te moeten verdragen dat iemand zegt, dat je beter met je kind kunt gaan sporten dan ermee naar de hulpverlening te rennen.
Het is kwetsend als je leven door een forse ADHD ernstig wordt ontregeld te horen dat het een aandoening is met een lichte ziektelast.
Respect
Ik geloof dat mensen met een psychische aandoening juist respect verdienen voor de moeite die ze moeten doen om voor elkaar te krijgen wat bij een ander vanzelf gaat. Op dat begrip en op die erkenning kunnen ze in de maatschappij vaak niet rekenen. Ongenuanceerde kritiek op de ggz draagt niet bij aan die erkenning. Mensen met een psychische aandoening zijn daar de dupe van.
Transitie jeugdzorg
Ook de overheveling van de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen naar de gemeente is een gevolg van een onjuist oordeel over de jeugd-ggz. Ook hier zullen patiënten de dupe worden. Daarom zal ik me daartegen blijven verzetten. Ik geloof, dat vroeg of laat het inzicht wel zal doorbreken, dat gezondheidszorg geen zaak is van de gemeente. Dat doen we toch ook niet met kindergeneeskunde?
www.petitiejeugdggz.nl: inmiddels meer dan 26.000 handtekeningen.
ADHD en ik
04/09/2013 door Tamara
Ik doe voor ik denk. En ik doe dat heel snel. En mocht ik toch eerst denken dan doe ik wat ik denk. En dat doe ik ook heel snel. Ik doe niet aan half werk, maar maak nooit iets af. Ik plan van alles, maar doe iets heel anders. Ik doe niet aan grijs, want ik denk zwart/wit. Ik ben niet tolerant en niet flexibel. Ik houd niet van mensen om me heen en ik houd niet van altijd alleen zijn. Ik houd van veel licht, maar prefereer donker. Ik heb geen echte vrienden, verlang naar vriendschappen, maar ben daar ongeschikt voor. Ik wil me bewijzen, maar kan niet omgaan met competitie. Ik wil alles regelen en onder controle hebben, maar verafschuw verantwoordelijkheden. Ik kan me niet settelen, maar verlang naar een relatie. Ik kan niet omgaan met afgebakende dingen, maar heb structuur nodig. Ik hou niet van rust en kan niet omgaan met drukte. Ik wil niet het middelpunt zijn, maar alles draait om mij. Elke situatie, elk gesprek, elk incident, elke routine wordt na afloop nog tientallen malen herbeleeft in mijn hoofd. Wat zei ik, wat zei de ander, wat had ik moeten zeggen, wat bedoelde de ander. Wat deed ik, wat deed de ander. Wat had ik moeten doen, wat had ik moeten laten.
Ik ben werk ongeschikt. Niet persé vanwege mijn ziektes, maar vanwege mijn neurologisch psychiatrisch dopamine regulatie probleempje. Ik heb ADHD. Ik ben ongeschikt om deel te nemen aan het reguliere arbeidsproces. Een uur heen, acht uur werken en een uur terug is te lang voor mij. Ik werk het liefst alleen, ben een solist, maar eindig altijd in een team. Ik ben team ongeschikt. Mijn capaciteiten qua kletsen en loltrappen zijn net zo overheersend als mijn talent voor verwarring schoppen en relletjes creëren. Ik vind mijn teamgenoten al heel snel ontzettend irritant, dom en langzaam. Ik ben erg snel uitgekeken op een 'uitdaging' en maak mijn eigen uitdagingen. Ik zonder mij heel snel af van de rest. Ik kan niet vergaderen met mensen die liegen, lullen, konkelen en nonsens verkopen. Ik kan niet tegen langdradigheid en ik kan niet tegen herhalingen. Ik kan niet tegen uitgestelde beslissingen en al helemaal niet tegen mensen die op de werkvloer A brullen en op een vergadering B zeggen. Ik kan niet tegen valse beloftes en niet tegen inhoudsloos gezever.
Ik ben relatie ongeschikt. Elke vorm van relatie. Familiebanden, collega's, vriendschappen, verkeringen, hoi en doegjes. Mijn verwachtingspatronen zijn anders. Ik verwacht namelijk terug wat ik geef. Ik verwacht tweerichtingsverkeer. Ik verwacht dezelfde dingen als dat ik zelf doe of zou doen of heb gedaan. Ik verwacht begrip en dat krijg ik niet ... Terwijl ik teveel begrip toon voor de ander. Ik verwacht oprechte interesse zoals ook een 'oprechte interessetoon'. Zowel echt als gespeeld.
Ik ben een meester manipulator. Van kleins af gewent te spelen met sociale verbanden en omgevingen. Mijn entertainment, mijn hobby, mijn bezigheidje tijdens verveling. In mijn opleiding en werk was dat een functioneel instrument. 'Een sociale omgeving gebruiken als therapeutisch hulpstuk'. Ik ben dus heel goed in mijn werk. Altijd geweest. Een omgeving in een sociale context zo ombuigen dat het een therapeutisch effect heeft. Ik doe dat overal en altijd voor mezelf. Ik creëer de sfeer die ik op dat moment wil en de anderen hebben geen idee. Ik ben type 'krijgt altijd alles voor elkaar'. Dat is een gave. Manipuleren is niet altijd negatief. Ik kan mensen dingen laten doen die ze nooit van zichzelf verwacht hadden, grenzen laten verleggen, gokken durven wagen.
Ik ben een rasartiest. Ik ben scherp, ad-rem, bijzonder geestig en intelligent. Ik vermaak elke groep hoe groot of moeilijk ook. Ik hoef niet in het middelpunt te stappen. Mensen gaan om mij heen staan, dat maakt mij het middelpunt. Ik kan niet zingen, maar zing het hoogste lied. Ik ben hierdoor geliefd gezelschap. Ik weet van heel veel genoeg om overal over mee te kunnen praten. Ik weet van heel veel net even meer dat een ander. Dat maakt mij zowel de wijsneus en de betweter als een interessant persoon.
Ik ben radicaal in alles wat ik zeg en doe. Ik ben type 'kort door de bocht'. Nuanceren doe ik alleen als ik zie en voel dat de ander een nuance nodig heeft omdat mijn korte bocht too much to handle is. Ik meen daarom vaak niet wat ik nuanceer. Dat doe ik voor hen. Mensen houden niet van een kort door de bocht benadering. Ik wel. Mensen willen na afloop van een mening geven graag de ruimte om iets naar links of rechts bij te stellen. Ik hou daar niet van. Ik bemoei mij met anderen. Ik hoor, zie en reageer. Soms is de ander blij en enthousiast. Dan heet het spontaniteit. Soms is de ander geschrokken, want op zijn of haar nummer gezet. Dan heet het bemoeial.
Ik ben dus zeer conflict gevoelig. Soms wil ik namelijk niet nuanceren of ben ik allang weer met iets anders bezig. Ik tref wel eens mensen waar anderen nooit tegen in durven gaan. Ik wel. Ik maak geen onderscheid. Als je iets doet wat ik leuk vind zeg ik dat. Als je iets zegt wat bullshit is dan zeg ik dat ook. Sta je in een spitstrein met een fiets, dan denkt iedereen tjonge jonge en trekt een afkeurend gezicht. Als ik daar zit dan zeg ik: hey wat dacht je, ik ga lekker in de spitstrein met mijn fiets mensen irriteren? Ben je kassameisje en uiterst uit je hum de klant (die toch koning is) aan het helpen? Dan verzoek ik je vriendelijk een andere baan te zoeken of op zijn minst te doen alsof ik belangrijk ben als klant. Fiets je over een voetgangerspad en rem je niet af en wijk je niet uit voor mij? Dat dwing ik je al lopend de bosjes in of de straat op. Sta je bij een concert zwaar bezopen op mijn tenen te dansen of te duwen, dan heb je mijn elleboog tussen je ribben. Met een uitgestreken gezicht verontschuldig ik mij. Maar je hebt me nu gezien en daar gaat het om.
Ik ben een deurmat waar mensen hun voeten op vegen, men loopt makkelijk over mij heen. Ik zeg te makkelijk ja. Lijkt dit je niet waar en tegenstrijdig? Ik leg uit: ik weet dat mijn gedrag sociaal ongewenst is, maar ik beheers niet de vaardigheden om het 'normaal' te doen. Dus ga ik veel uit de weg door mijn ja en amen beleid. Ik kan zaken niet anders doen dan mijn manier, maar heb geleerd dat ik veel gedoe (ik haat gedoe) kan vermijden door mee te gaan met de ander. Tamara hoe moet dit? Ow, geef maar ik doe het wel. Tamara dit en dat moet anders want je doet zus en zo. Ja is goed. Tamara heb jij tijd om ...? Ja hoor, natuurlijk. Ik laat over mij heen lopen in relaties, omdat mijn tegengas te fel is, dus houd ik mijn mond. Nuanceren weet je nog ... doe ik liever niet aan. Dus ben ik kort door de bocht of een trut die haar mond houdt.
Ik mis de sociale vaardigheden, omdat ik ze nooit eigen heb kunnen maken. Ik heb ADHD. Eerst denken dan doen. Ja hoor ... dat impliceert het hebben van een 'stop' een 'rem' en moment van overpeinzing. Dat kan iedereen die een normaal functionerende dopamine regulatie heeft. Die heb ik niet. Alles komt ongefilterd binnen. Alle informatie die ik binnen krijg is van dezelfde waarde, namelijk: het reageren en handelen waard. Een normaal mens filtert de info, dat doen je hersenen. Je ziet, de zinloze zaken filter je weg, je houdt een belang over en naar aanleiding daarvan ga je iets zeggen of doen. Ik heb ADHD. Ik kan dat niet. Ook niet als je me onder de kont schopt en al helemaal niet als je zegt 'gewoon niet op reageren'.
Ik kan niet 'gewoon niet reageren' want dat doe je met een stofje in je kop dat ik niet onder controle heb. 'Gewoon niet reageren' dwingt iemand te negeren wat je ziet of hoort of voelt. Dat kan ik niet. Ik heb ADHD. Niet op reageren Tamara! De ander sleept mij de situatie uit, wetende dat ik iets ga doen wat niet slim of handig of verantwoord is. Of te veel de waarheid en dat wil men ook niet. Deze is de situatie snel vergeten. Ik niet. Ik bekokstoof nog uren, dagen, weken, maanden, jaren zelfs, hoe ik alsnog korte metten maak.
Ik ben lief en zorgzaam. Ik doe alles voor iemand die mij lief is. Ik hou van dieren. Ik help bejaarden, ik groet onbekenden vriendelijk. Ik ben gelieft. Ik ben beleeft. Ik ben intelligent en grappig. Ik ben leergierig en leer makkelijk en snel. Ik kan heel goed ad-hoc situaties oplossen. Ten tijden van stress ben ik het duidelijke baken. Ik vind de rode draad terug in een puinhoop. Ik ben een fantastische bemiddelaar en uitstekend coach en motivator. Mijn manieren om door middel van metaforen zaken duidelijk te maken worden bejubeld. Ik ben verbaal zeer sterk zowel op het informele maar zeker ook op het formele vlak. Mijn manier van onderhandelen, compromissen vinden en mensen subtiel overhalen zijn roemrucht. Iets voor mekaar zien te krijgen? Even Tamara op de zaak zetten. Onrecht bevecht ik op leven en dood op zo'n nette manier dat de tegenpartij niet eens doorheeft hoe ik ze aanpak. Ik stel zaken aan de kaak en durf een conflict aan te gaan met wie dan ook om het op te nemen voor wie dan ook. Ik ben de ideale werknemer als je iemand zoekt die doortastend en zonder angst een groep toespreekt of training geeft. Als je iemand zoekt om iets tot de bodem uit te laten zoeken. Als je iemand wilt die in haar eentje een taak volbrengt en daarna kort, helder en bondig verslag uitbrengt mondeling of op papier. Als je een voorzitter van een vergadering zoekt die helder iets weergeeft en geen beslissing-neem-angst heeft.
Ik heb een hoop kwaliteiten. Echt waar. En ik heb Ritalin. En dat is de ingebouwde rem. Ik had een coach en die leerde mij de vaardigheden die ik niet heb. Maar dat alles neemt niet weg dat ik ADHD heb. En bijwerkingen. En rest-schade zeg maar. En een knauw van jarenlang horen dat ik niet deug. En een tik van de molen na al het falen. En een gevoel van gebrek aan zelfvertrouwen. Doe ik het wel goed? Voldoe ik wel?
Ik ben niet makkelijk, dat ontken ik niet. Maar ik ben ook niet buitengewoon complex als je even de tijd neemt om je te interesseren in ADHD, wat het is en wat het doet. Welk effect het heeft op een volwassen persoon. Als je echt wilt begrijpen waarom ik ben wie ik ben en doe wat ik doe. Dan ben ik een open boek en behoorlijk voorspelbaar.
De eerstvolgende die zegt: Ow, ADHD is maar een etiketje, iedereen is wel eens druk, die stomp ik knetterhard de plomp in. En dat ga ik niet nuanceren ...
I'M JUST SAYIN'
Maak jouw eigen website met JouwWeb